Afgelopen zondag om tien uur stond onze tuktuk chauffeur voor de deur te wachten. Deze keer is het Savet, een jonge kerel met leuke humor en die ook nog eens goed Engels kan. Dat is altijd handig, want hij vertelde en leerde ons veel.
We kregen les in het boeddhisme, vertelden ons alles over de banaan en liet ons miljoenen vleermuizen zien…
Eerst nam hij ons mee naar een pagode. Op het het terrein stonden er twee, een oude, die tijdens de rode Khmer gebruikt werd als gevangenis. Daarom hebben ze een nieuwe gebouwd, deze werd gemaakt met giften uit de hele wereld en wordt onderhouden door de monniken.
Daarna stopte we bij een kraampje om een hele aparte rijstsnack te eten, Sticky Rice. En het smaakte ook nog. Het wordt gemaakt van gestoomde rijst en zoete rijst verpakt in een bamboo-jasje, die je dan als banaan kunt afpellen. Vervolgens stopten we bij een visverwerkingstentje waar ze gekweekte vis, uit Thailand, verwerken.
Hierna liet hij ons zien hoe ze rijstpapier maken, dat ze gebruiken bij het maken van Spring Rolls, mini loempia’s. Het is een hel proces, ze werken er met zijn vieren en maken zo’n 2000 ‘pannenkoekjes’ op een dag, 7 dagen in de week. Ze kunnen er net van rondkomen. Jaja, zo kan het ook.
Ook bij de volgende stop verrast Savet ons op een lokale traktatie, gedroogde banaan. Zo’n lief huisvrouwtje die de hele dag bananen snijdt en droogt om ze vervolgens te verkopen als lekkere snack.
Verderop reden we naar een stokerij voor rijstwijn en dan de sterkte variant van 70% alcohol. Ze maakten verschillende varianten. In één grote pot zat een heuse Cobra als smaakmaker, deze wordt voornamelijk medicinaal gebruikt. In de andere zat fruit als smaakmaker.
Inmiddels was de lunchtijd aangebroken en gingen we naar Savet’s huis voor een heerlijke lunch, klaargemaakt door zijn vrouw. Daarna was het siësta tijd en konden we lekker relaxen in de hangmatten.
Na een uurtje was het tijd om naar de killing Cave te gaan, de duistere kant van Cambodja. In de jaren 70 voerde Pol Pot hier een schrikbewind, miljoenen Cambodjanen werden omgebracht op de meest lugubere manieren. Zo ook hier, eerst werden onschuldige mensen gedood om vervolgens in een gat gegooid van zo’n 30 meter. Een raar gezicht om te zien.
Naast deze bizarre plek staat Battambang ook bekend om de vleermuizen, klokslag 18 uur komen er miljoenen vleermuizen uit een grot naar buiten vliegen om voedsel te zoeken. Het hele tafereel duurt zeker een uur. De straat stond vol met stoeltjes en kraampjes zodat iedereen het goed kan zien. Heel bijzonder!
Na deze bijzondere dag was het tijd een hapje te eten op het terrasje boven de straat.
De volgende dag werden we om half 9 opgehaald om af te reizen naar de hoofdstad van Cambodja, Phnom Penh. Naar een rit van zo’n 5,5 uur kwamen we aan in ons hotel. Phnom Penh is een totaal andere stad als Siem Reap, veel drukker en chaotischer lijkt het wel. De hoofdstad ligt dichtbij Vietnam en had in de jaren zeventig ook een rol in de Vietnamoorlog. Daardoor is er een vreemde sfeer over de stad. Met veel kapotte gebouwen en smerige straten met veel afval wat gewoon op straat ligt te rotten. De regering, lees dictator, is een soort van upperclass die alles voor het zeggen heeft. Mooie huizen, dikke auto’s die in Nederland niet zouden misstaan etc. Daarbij komt nog de enorme corruptie die hier in dit land bestaat. Daardoor worden de rijken steeds rijker en de armen staan aan de kant en kijken ernaar. Wij hoorden bijvoorbeeld dat schoolgaande kinderen, van de arme tak, de boeken die ze nodig hebben rechtstreeks van de leraar moeten kopen in de vorm van een copy. En dat ze dan het geld daarvoor direct aan de leraar moeten geven. Dus in een klas van 30 kinderen krijgt die man 30 x geld voor een gekopieerd boek en de zogenaamde regering doet helemaal niets.
Het land wordt veelal verkocht aan buitenlandse investeerders. Chinezen, Japanners en Amerikanen hebben het hierin voor het zeggen. Je ziet dus ook hele stukken land die dan bijvoorbeeld horen bij een Chinees hotel, een stuk land van wel 100 bij 100 meter, mIdden in de stad.
Phnom Penh staat bekend om de killing fields en de S21-gevangenis. Om deze te bezoeken hebben we afgesproken met Vanna, onze tuktuk-chauffeur voor de komende twee dagen.
We beginnen met de gevangenis, dat voor de oorlog gebruikt werd als school. Met een audiotour lopen we over het terrein en bezoeken we de gebouwen waar zich afgrijslijke taferelen hebben afgespeeld. Niet te bevatten dat iemand zoiets kan bedenken en onschuldige mensen zo heeft gemarteld en gedood. Tijdens de audiotour hoorden we ook verhalen van slachtoffers, dit maakte het nog onmenselijker. Het grootste deel van de gevangen werd hier gedood.
Daarna bezochten we de killing fields, net buiten Phnom Penh. Gevangenen van onder andere Tuol Sleng werden hiernaartoe gebracht en vermoord. Iedereen was geboeid en geblindoekt. Om kogels te sparen sloegen de Rode Khmer kinderen dood door ze tegen bomen aan te slingeren of bij ouderen door hun hoofden met de achterkant van geweren of bamboestokken in te slaan. Er werd een scala aan methodes gebruikt. Ook doodbloeden werd veel toegepast. Het idee was om hele gezinnen met wortel en al (kinderen) te vermoorden, dan kon er ook niemand wraak nemen. Een andere uitspraak was om liever 1 onschuldige te vermoorden dan 1 iemand te missen. De soldaten die hier werkten waren veelal zelf nog kinderen en hierdoor makkelijk te hersenspoelen. Met regelmaat werd de hele ploeg vermoord door een nieuwe groep kindsoldaten, op deze manier kon er niets uitlekken van wat er gebeurde op deze velden.
Minimaal 20.000 mensen zijn hier omgebracht tussen 1975 en 1979, er zijn in totaal 129 massagraven verdeeld over het land en er worden nog steeds menselijke resten gevonden.
Het was een enerverende dag, bizar om te zien dat dit nog zo kort geleden heeft plaatsgevonden.
Vandaag zijn we opnieuw op pad geweest met Vanna, nu zijn we het platteland opgegaan en hebben we meer van de arme kant van Cambodja gezien. Allemaal heel mooi en vredig, als dat woord nog bestaat. Schoolgaande kinderen, heel veel kleine winkeltjes met oude vrouwtjes ervoor, weinig verkeer, en aardige mensen. Vanna is een lolbroek die aldoor wel een grap te vertellen heeft, hij is populair bij de arme mensen. Zo’n soort van allemansvriend vriend. Hij zelf werkt in de stad en slaapt bij een oom. Zijn vrouw en rest van de familie wonen op het platteland, zij werken in een textielfabriek. Samen verdienen ze om leningen af te betalen aan de bank. Een huis, een brommer en een tuktuk daar hebben ze een lening voor. 1 keer in de 10 dagen gaat hij naar zijn vrouw om samen een dagje te hebben.
Dit was de info die we beetje bij beetje te horen kregen van Vanna. Maar voor de rest reden we heerlijk relaxed door het land met af en toe een leuk verhaaltje. Of we stopten ergens. Zoals op een eilandje, waar we eerst met de ferry naar toe moesten. Vanna liet ons de dorpjes zien en het boerenland waar allerlei producten verbouwd worden zoals bananen, wortels, gember, uien, aardappels, papaja’s enzo. We stoppen bij een zijdefabriek waar de lokale zijdekleding maken, we kregen een rondleiding van Kim, een vrolijke dame die het hele proces goed kon uitleggen. Daarna reden we langs allerlei gebouwen en in de omgevingen terug naar ons hotel waar we nu heerlijk genieten van de vrije middag die de reisleidster ingepland heeft. Lief hè?!
Morgen verlaten we Phnom Penh en reizen we verder naar Kampot.
Liefs, Klaas & Diane